Dorpspont Sluiskil
Geschiedenis dorpspont Sluiskil
Sluiskil lag van oorsprong aan het Axelse Gat, een zijtak van de Honte. Midden in dit water lag een schorrengebied dat in 1699 werd ingedijkt. Op het eiland (met een grootte van 300 hectare) werden vijf boerderijen gebouwd en zes arbeiderswoningen. Alle aan- en afvoer van mensen, dieren, producten en bestaansmiddelen naar en van dit eiland moest per schip geschieden. Vandaar dat in 1704 een overzetveer ging varen tussen Sluiskil en dit eiland. De eerste schipper was Francois Hermanssen. Het veer zorgde voor meer bedrijvigheid op het eiland, maar ook Sluiskil profiteerde. Behalve een veerhuis werd ook de eerste herberg gebouwd.
Het veer deed dienst tot 1814. De veerpont was overbodig geworden omdat het eiland inmiddels een schiereiland was geworden.
Toen in 1825 het kanaal van Gent naar Terneuzen werd gegraven en in de zestiger jaren voor de tweede keer werd verbreed, werd de brug, die Sluiskil-west met Sluiskil-oost verbond, in 1968 afgebroken. Een Rijkspont kwam ervoor in de plaats. Begin 2011 besloot Rijkswaterstaat de veerpont uit de vaart te halen. Door tussenkomst van een ijlings opgericht actiecomité werden vele gesprekken gevoerd om de pont voor het dorp te kunnen behouden. Op 2 december 2011 ondertekenden Rijkswaterstaat en de intussen opgerichte Stichting ter Behoud van de Pont te Sluiskil een contract dat Sluiskil zijn pont deed behouden. Voorwaarde was dat drie jaar lang gevaren werd voor voornamelijk scholieren. De pont werd eigendom van de stichting en de Rijkspont werd een dorpspont. De drie jaren zijn al een hele tijd verstreken. Helaas heeft de stichting in juli 2023 moeten besluiten de dorpspont uit de vaart te nemen door een tekort aan schippers.